zaterdag 17 december 2016

Franse vredesconferentie uitgesteld

 

Wat ‘Parijs’ zich voorstelt van deze voorgenomen vredesconferentie, is nogal de vraag. Beide partijen zijn onwillig om voldoende water bij de wijn te doen om het enige kans van slagen te geven. Het ‘dreigement’ (als sanctie tegen Israel?!?) om bij verdere stagnatie tot erkenning van een Palestijnse staat over te gaan strijkt Netanyahu en co tegen de haren in, en zal voor Abbas juist een stimulans zijn de kont tegen de krib te gooien.

 

Wouter

______________

 

 

Franse vredesconferentie uitgesteld

in Israel / by Elkan van der Raaf / on 14/12/2016 at 16:14 / Tags: Israel, PA, Palestijnse staat, Vredesproces, VS

http://www.cidi.nl/franse-vredesconferentie-uitgesteld/

Volgens diverse bronnen heeft Frankrijk een voor eind deze maand geplande vredesconferentie over het Israelisch-Palestijns conflict uitgesteld. Naar verwachting wil Parijs de bijeenkomst nu in januari laten plaatsvinden, in ieder geval voor de presidentswisseling in de VS. Volgens een Palestijnse woordvoerder hebben de Fransen tot uitstel besloten om zich beter te kunnen voorbereiden. Dat lijkt niet de echte reden te zijn.

De Israelische premier Benjamin Netanyahu had al laten weten de conferentie niet te zullen bijwonen. Jeruzalem is vooral verbolgen over het ultimatum dat eraan is verbonden: dat Parijs bij verdere stagnatie van het vredesproces tot eenzijdige erkenning van een Palestijnse staat zal overgaan. Volgens Netanyahu zal zo’n conferentie vrede niet dichterbij brengen. De Israelische premier verklaarde zich wel bereid om naar Parijs te komen teneinde zonder voorwaarden vooraf met de Palestijnse leider Mahmoud Abbas te spreken.

Volgens de Palestijnse ambassadeur in Frankrijk, Salman El Herfi, zal de conferentie in januari hoe dan ook doorgaan, met of zonder Israel. In juni dit jaar waren er al voorbereidende besprekingen waarbij vertegenwoordigers van de EU, de VS, een aantal Arabische landen en de VN hun plannen voor vrede tussen Israel en de Palestijnen bespraken. Dat gebeurde zonder de aanwezigheid van vertegenwoordigers van Israel of de Palestijnse Autoriteit. Ook de Nederlandse regering steunt dit initiatief.

De vooral door Parijs gewenste vredesconferentie lijkt echter op losse schroeven te staan. Naast Israel’s waarschijnlijke afwezigheid is het nu ook onzeker of aankomend president Donald Trump het initiatief zal steunen.

Critici vinden het onjuist dat er sancties aan de onderhandelingen worden gesteld die alleen Israel treffen, terwijl vredesonderhandelingen tweerichtingsverkeer zijn. “Het is bij voorbaat bepaald dat een eventuele mislukking aan Israel te wijten is”, aldus een Israelische woordvoerder.


Foto: de Franse president François Hollande en Israelische premier Benjamin Netanyahu. Bron: Government Press Office Israel

Lees ook: France reportedly postpones Middle East peace conference , bron: YnetNews

 

Hoe serieus kan Van Agt nog worden genomen?

 

 

Zijn vijandige houding jegens Israël is te opvallend

http://www.israel-palestina.info/actueel/2016/12/16/hoe-serieus-agt-nog-worden-genomen/  

 

– door Tjalling –

De visie van Dries van Agt op het conflict tussen Israël en de Palestijnen is niet alleen héél beperkt en eendimensionaal maar ook overbekend. Bovendien heeft het totaal geen zin om serieus met hem in debat te gaan over het conflict, onze ex-premier voert zijn vooringenomen loopgravenoorlog tegen Israël uit en zal dat blijven doen. Desondanks wil ik hier toch op één punt uit zijn meest recente pennenvrucht ingaan.

Dat Van Agt’s visie op het extreme af vooringenomen is en het conflict alleen vanuit Palestijns perspectief benadert, blijkt voor de zoveelste keer uit zijn artikel op JOOP van 10 december. Hier wil ik één aspect uit bespreken, namelijk de terugtrekking van Royal Haskoning (R.H.) in 2013 uit een gezamenlijk waterproject met Israëli’s, Palestijnen en Jordaniërs.

Volgens Van Agt zou R.H. net zoals de ASN Bank, Triodos en Vitens niet betrokken zijn bij de BDS beweging maar enkel een beleid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen hebben en op grond daarvan de betrokkenheid hebben gestaakt bij activiteiten die ‘de bezetting en het illegale nederzettingenbeleid steunen’. In de meeste gevallen werd die betrokkenheid echter wel degelijk gestaakt nadat de BDS-beweging druk had uitgeoefend op deze instellingen.

Royal Haskoning zou, zo Van Agt het formuleert in zijn artikel, hebben meegewerkt ‘aan een project in bezet Oost-Jeruzalem, dat illegale nederzettingen zou hebben gediend en Israëls onrechtmatige annexatie van Oost-Jeruzalem zou hebben bestendigd’. Deze formulering doet de werkelijkheid heel erg tekort en illustreert hoe eenzijdig negatief Van Agt zich uitlaat over Israël.

De werkelijkheid omtrent het project waaruit R.H. zich terugtrok was héél anders dan Van Agt het doet voorkomen. Dit project had tot doel om de Kidron beek weer schoon te krijgen. Deze beek stroomt door de Kidron vallei, tussen het oosten van Jeruzalem en de Dode Zee. De vallei werd al een tijdlang geteisterd door zo’n 45.000 kuub aan rioolwater, vuilnis en gebrek aan zuivering, en dreigde daardoor een ecologische en maatschappelijke ramp te worden, vooral voor veel Palestijnse dorpjes die in de buurt van de zwaar vervuilde Kidronbeek liggen.

R.H had zich toentertijd terdege voorbereid. Een indrukwekkende groep mensen was in het gebied zelf begonnen met het oplossen van de eerste proceshobbels en technische vraagstukken. Op 10 oktober 2012 was Ingenieurs Zonder Grenzen te gast bij UNESCO-IHE in Delft, waar een lezing over water in dit conflictgebied werd gehouden. Jeroen Kook, projectmanager bij Royal Haskoning DHV en Joktan Cohen, bestuurslid bij IZG, belichtten de technische oplossingen en complexe politieke aspecten van het vuilwaterprobleem in de Kidron. Het was de inzet van IZG, R.H., Deltares, UNESCO-IHE en de TU Delft om een bijdrage aan dit bijzondere project te gaan leveren, door Nederlandse kennis in te zetten voor beide partijen. De geplande werkzaamheden en het humanitaire doel daarvan zijn toen teniet gedaan enkel en alleen omdat de Palestijnse Autoriteit het project formeel niet had goedgekeurd. Royal Haskoning werkte tijdens de bouw namelijk ook samen met de gemeente Jeruzalem.Uit publicaties van o.a. de NRC in 2013 viel op te maken dat het met de waterkwaliteit in Israël en de Westbank, mede door Palestijns wanbeleid, slecht gesteld was. Gegronde reden dus om Israël èn de Palestijnen deskundige hulp te verlenen op het gebied van waterzuivering, waarbij de expertise van R.H. onmisbaar was.

De Palestijnse Water Autoriteit (PWA) zei ‘dat bij dit project geen sprake was van samenwerking tussen Israël en de PWA en dat de Palestijnen niet het meeste voordeel zouden hebben van dit afvalwaterzuiveringsproject’. Maar uit een financieel plan van het Milken Institute bleek dat Palestijnse experts aanvankelijk wèl bij het project betrokken waren en de PWA ook contractpartner zou worden. Ook de minister van Water van de Palestijnse Autoriteit was in 2012 bij een bijeenkomst in het Palestijnse dorp Ubeidya over het project. De Palestijnse Autoriteit leek zich pas na de publiciteit en protesten van ‘anti-normalisatie’ activisten (die contacten en samenwerking met Israëli’s als verraad beschouwen en alle ontmoetingen tussen Israëli’s en Palestijnen proberen te dwarsbomen) te hebben gedistantieerd van het project.

Hoe anders is alles dus in werkelijkheid. Vraag hierbij is waarop Dries van Agt zich kan baseren zonder het risico om van het geven van feitelijke onjuistheden te kunnen worden beticht. Zijn opmerking omtrent R.H. was misschien diplomatiek geformuleerd maar zeker ook eenzijdig en negeerde de belangen van zowel Israëlische als Palestijnse bewoners van het gebied. Zijn rugdekking zal in dit geval het besluit zijn dat R.H. in 2013 moest nemen na overleg met betrokken partijen en het inzicht dat betrokkenheid bij dit bijzondere waterzuiveringsproject in strijd kon komen met de (internationale) wet en regelgeving vanwege de afwijzing door de Palestijnse Autoriteit. Van Agt kan zich dan veilig wanen achter in elk geval het Internationale Recht, wat niet altijd recht is, en vanuit die veilige positie zijn vileine strijd tegen Israël voortzetten en dat zal hij graag blijven doen.

 

woensdag 14 december 2016

Vervolg vierde brief aan NRC ombudsman

 

 

Vervolg vierde brief aan NRC ombudsman

http://www.israel-palestina.info/actueel/2016/12/13/vervolg-vierde-brief-aan-nrc-ombudsman/  

 

In de NRC wordt regelmatig gesuggereerd dat een (al dan niet heimelijke, machtige) Israëllobby een sterke invloed uitoefent op het beleid van onder meer de Nederlandse regering, zoals ik in het vorige deel schreef.

Dit lobby gegeven klinkt ook door in een NRC artikel over het werk van Nati Rom, die zich inzet tegen een boycot van Israël, schijnbaar ondersteund door de Israëlische regering. Dat artikel besprak ik al op mijn IMO Blog.

BEU

En dan is er de amechtig langer wordende reeks artikelen onder de noemer ‘AOW schandaal Asscher’, een in mijn ogen hele hoop gebakken lucht, en verspilling van kostbare tijd en energie aan een non-issue dat slechts een paar mensen en een te verwaarlozen bedrag betreft. Het gaat uiteraard om de principes en de overheid is inderdaad onduidelijk geweest, maar wat een draai wordt eraan gegeven! In het laatste artikel in deze reeks wordt een klein groepje Nederlandse AOW’ers in Israël (merendeels oorlogsslachtoffers) samen met de immigrantenorganisatie voor Nederlanders in Israël neergezet als fraudeurs. Zo schrijft men:

“Het zal niet vaak gebeuren dat een minister enthousiasme toont voor een voorstel om via adresfraude sociale wetgeving te ontlopen.” En: “Asscher is destijds verteld dat de controlemogelijkheden van de SVB beperkt zijn, blijkt uit de stukken. Daaruit blijkt ook dat de ambassade en opeenvolgende bewindslieden zware druk voelden van een lobby van belanghebbenden.”

Deze reeks is een sprekend voorbeeld van hoe je verblind kunt raken door een bepaald paradigma dat je aanhangt (nl. de bezetting is het grootste probleem en centrale thema in het conflict en van daaruit moet alles worden bekeken) en daardoor andere zaken niet meer ziet. De wet BEU (Beperking Export Uitkeringen) voorzag niet in een situatie met bezette danwel betwiste gebieden, daarover is pas later door de politiek besloten. De wet is niet gemaakt om te voorkomen dat mensen die in volgens Nederland bezet gebied wonen het volledige bedrag aan AOW uitgekeerd krijgen, maar om de controleerbaarheid van de voorwaarden van die uitkering zoals of je alleenwonend bent. In landen waarmee Nederland geen verdrag heeft is het niet mogelijk die controle goed uit te voeren, in bijvoorbeeld Oost Jeruzalem echter wel. De politieke component, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen mensen aan deze en de overzijde van de groene lijn, was niet de oorspronkelijke intentie van de wet zoals de NRC dat juist wel suggereert. Daarbij is het op sommige plaatsen in Jeruzalem echt niet duidelijk aan welke kant van de groene lijn je je bevindt. Voor Israël is dit geen grens, en voor de meeste inwoners ook niet: zij vallen allen onder het zelfde stadsbestuur en wonen op grond van de lokale wetgeving in Israël. Ze gingen er – oud en soms ook ziek –  dicht bij hun kinderen wonen om verzorging te hebben en niet te vereenzamen. Daarbij waren tot 2010 alle betroffenen ook oorlogsoverlevenden, en het was nooit de bedoeling van de Nederlandse overheid juist die mensen te treffen.

Ook in deze reeks van de NRC speelt de idee sterk mee dat Israël een sterke lobby heeft die teveel invloed heeft op de politiek en die daarmee in verlegenheid brengt, terwijl het in feite om een kleine en niet erg professionele organisatie gaat die in overleg met de Nederlandse overheid naar een praktische oplossing voor een probleem zocht, namelijk om overlevenden van de oorlog die sowieso niet hadden mogen worden getroffen, te helpen om niet onterecht (en onbedoeld) gekort te worden. Ik kom hier in een apart artikel nog op terug.

Er zijn nog talloze andere voorbeelden van artikelen waarin dit idee van een lobby die wel erg succesvol is een rol speelt. Het ligt extra gevoelig omdat het raakt aan het aloude idee van de geheime Joodse almacht. Antizionisten en felle Israëlcritici klagen steevast over de macht van de zionisten en de zionistische lobby, en wanneer je met Israël sympathiseert of begrip opbrengt voor Israël wordt je al snel in de hoek van de lobby geplaatst. Overigens geloof ik niet, zoals u lijkt te suggereren, dat de omslag in Nederland ten aanzien van Israël wordt veroorzaakt door een machtige Palestina lobby. Zoals u ook stelt hangt dit met verschillende factoren samen, zoals het feit dat de oorlog langer geleden is, de veranderende samenstelling van de bevolking en ook veranderingen in Israël zelf waar sinds eind jaren ’70 rechtse partijen meer invloed hebben gekregen.

Gematigde stemmen

U schrijft dat het interview met Nir Baram een goed voorbeeld is van een gematigde stem uit Israël die ruimte kreeg in de krant. Dit is echter wel weer een overwegend kritische stem richting Israël, en in het interview werd ook veel nadruk gelegd op die kritiek, waardoor er maar weinig ruimte overbleef voor zijn ideeën over vrede en een oplossing van het conflict. Ik had het in mijn brief aan u over ‘gematigde VERDEDIGERS van Israël’, mensen dus die eens niet weer vooral kritiek op hun eigen land hebben en de verrechtsing hekelen, maar wijzen op andere problemen en obstakels in dit conflict zoals het extremisme aan Palestijnse kant. Er zijn gedesillusioneerde vredesactivisten die merkten dat hun open houding en zelfkritiek aan Palestijnse kant niet werd beantwoord met eenzelfde houding en er alleen over Israëls fouten kon worden gepraat. Mensen die niks moeten hebben van de nederzettingen en Netanyahu maar daarin niet de enige of hoofdoorzaak van het voortduren van het conflict zien.

Op mijn kritiek op de eenzijdige nadruk van uw krant op de verrechtsing en verharding in Israël zegt Derk Walters:

Dat ik daar kritisch over schrijf, komt niet voort uit negatieve vooringenomenheid, maar eerder juist  uit de hoop dat de Israëlische democratie en rechtstaat intact blijven.

Waarop u reageert:

Is dat meten met twee maten? Je kunt ook, of eerder, zeggen: het getuigt van serieuze journalistieke betrokkenheid bij Israël, een land dat zichzelf beschouwt als een democratische rechtsstaat, waarmee wij onszelf eerder identificeren dan met de omringende Arabische dictaturen – maar dat dus ook gehouden kan worden aan de normen die daarbij horen.

Dat laatste vind ik een lastig punt. Het is begrijpelijk dat we Israël aan hogere maatstaven meten dan de omliggende Arabische dictaturen, maar er kleeft ook een risico aan. Israël is geen Nederland, en wordt wel omgeven door die dictaturen. Het leger moet voortdurend voorbereid zijn op een aanval, op aanslagen, op het ergste. Logisch dat het leger daardoor een andere, veel grotere betekenis heeft, en dat waarden die daarbij horen zoals de bereidheid geweld te gebruiken en nationalisme, ook anders gewaardeerd worden. De geschiedenis van het land en ook het besef dat het zonder goed functionerend en zeer alert leger niet lang zou kunnen overleven, tekenen de maatschappij en de politiek.

Deze noodzaak tot alertheid heeft ook gevolgen op psychologisch vlak. Je ziet bij ons al hoe snel onzekerheid en angst leiden tot extreme posities en steun voor partijen met een xenofoob en nationalistisch karakter. We zouden wat mij betreft wel wat vaker in de spiegel mogen kijken en bedenken dat, gezien de veel extremere omstandigheden, Israël het eigenlijk best goed doet. Dat neemt niet weg dat er genoeg is om je zorgen over te maken, en die zorgen mag een krant uiteraard ook beschrijven zonder van eenzijdigheid te worden beticht. Maar dat moet dan wel binnen een context gebeuren met ook aandacht voor de problemen van het land en de oorzaken, en de veel extremere posities van haar tegenstanders. Daarom erger ik mij ook zo aan het uitlichten van die uitspraken van Bennett, Lieberman, Turgeman en andere nationalisten. Er wordt totaal geen context bij gegeven. Intussen zegt Abbas 10 km verderop:

Wij zegenen iedere druppel bloed die voor Jeruzalem is gevloeid, omdat het schoon en puur bloed is, bloed dat voor Allah is gevloeid, als Allah het wil. Iedere martelaar zal in het paradijs komen, en iedereen die gewond is zal worden beloond door Allah.

Dat ontgaat Leonie van Nierop en Derk Walters dan blijkbaar. Als Walters wil dat de Israëlische democratie en rechtsstaat intact blijven, zou hij misschien wat meer begrip kunnen kweken voor de positie waarin Israël verkeert? Israëli’s voelen zich internationaal geïsoleerd en onbegrepen, en dat wakkert nationalistische sentimenten aan. Ze zien dat buitenlandse media vaak met name de Haaretz als bron gebruiken en kleine, soms radicaal linkse en antizionistische organisaties aanhalen als objectieve bronnen. Wederhoor wordt zelden toegepast. Ze herkennen zich niet in het beeld van buitenlandse kranten waarin zelden hun perspectief staat.

Als er al eens iemand met een pro-Israël visie wordt geciteerd gebeurt dat in een negatieve context, zo iemand wordt als probleem neergezet. Ze zien dat de BDS beweging, die anti-Israël en anti-vrede is, veelal wordt gezien als geweldloze verzetsgroep tegen een wrede bezetting. Ze zien dat zelfs ex-terroristen en Hamas leiders soms als redelijk worden geportretteerd, terwijl hun eigen politici als gevaarlijke ultra nationalisten worden weggezet. En de reactie is dat ze het buitenland wantrouwen en vatbaarder zijn voor de nationalistische retoriek waarmee Lieberman en Bennett zo goed scoren. Ik hoop van harte dat u dit Walters en Van Nierop wilt voorleggen. Ik vrees dat hun berichtgeving niet bijdraagt aan het intact houden van de Israëlische democratie, maar leidt tot een steeds kritischer en negatievere houding van het Nederlandse publiek en meer nationalisme aan Israëlische kant, en daarmee aan de polarisering rond dit thema in Nederland.

Twijfels

U schrijft:

Intussen is de kern van de zaak, ook als we uw diagnose samenvatten, dat een oplossing voor het conflict verder weg lijkt dan ooit.

U vraagt zich, met Tessler en Salomon Bouman, af of Israël met het huidige nederzettingenbeleid wel Joods en democratisch kan blijven en ziet kritiek daarop niet als anti-Israël of eenzijdig maar als het uiten van bezorgdheid:

Tegen die achtergrond vind ik het niet ‘eenzijdig’ wanneer NRC kritisch over dergelijke ontwikkelingen in Israël bericht. Mits, zoals ik u vorige keer schreef, de bottom line is en blijft dat aan het bestaansrecht van de staat Israël als zodanig niet wordt getornd.

Wanneer je stelselmatig maar éé helft van de foto laat zien, één kant benadrukt, het ene eruit licht en het andere negeert, dan werk je mee aan de delegitimering van Israël. U heeft zich met mij gestoord aan het podium dat de felle antizionist Abou Jahjah kreeg in de NRC, maar in feite past het in een trend. Bij hem is de delegitimatie compleet, en hij beweert valselijk dat iedereen in de regio beter af is zonder Israël als staat waar de Joden zelfbeschikking hebben. Maar ook de NRC werkt mee aan het zaaien van twijfels over Israëls bestaansrecht. Door Abou Jahjah aan het woord te laten. Door Shawan Jabarin als redelijke stem neer te zetten. Door BDS als vreedzaam en slechts gericht tegen de bezetting te omschrijven. Door extreme uitspraken van Israëlische politici eruit te lichten en Palestijnse te negeren. Door steeds maar weer op de nederzettingen en bezetting te hameren als ENIGE probleem en oorzaak van het conflict, ook wanneer het daar helemaal niet om gaat. Door organisaties die Israël gunstig gezind zijn als machtige lobby neer te zetten (en ‘lobby’ heeft nou eenmaal een negatieve bijklank) en over pro-Palestijnse organisaties en hun invloed te zwijgen.

Ja, ik maak mij ook zorgen om de uitzichtloze situatie die er nu is. De Israëlische vredesbeweging, indertijd goed voor honderdduizenden mensen op straat en veel invloed in de politiek, is gedecimeerd. Veel mensen die vroeger actief waren voor vrede en verzoening zijn gedesillusioneerd geraakt. Ze zagen dat hun handreiking, hun zelfkritiek en activisme tegen rechts in eigen land niet werden beantwoord met enige zelfkritiek of activisme voor vrede aan de andere kant. Kritiek op de nederzettingen werd niet beantwoord met kritiek op het standpunt over het zogenaamde recht op terugkeer van miljoenen vluchtelingen en vooral hun nakomelingen. Kritiek op racisme niet met kritiek op antisemitisme aan Palestijnse kant. Het uitzoeken van zwarte bladzijden uit de eigen geschiedenis niet met de dubieuze positie van de grootmoefti en andere Palestijnse leiders van weleer.

De Palestijnen zijn altijd zeer dubbelzinnig geweest in hun erkenning van Israël, en het idee van twee staten voor twee volken is nooit gesteund, ook niet door de ‘gematigde’ Abbas. De nationalisten in Israël spinnen er garen bij. De kolonistenbeweging kon zijn invloed uitbreiden en wordt nu openlijk gesteund door de regering. Twintig jaar geleden waren de meeste Israëli’s bereid om de meeste nederzettingen en circa 95% van de Westbank op te geven voor vrede, en daarom stemden ze op Barak. Nu wordt er gepraat over annexatie van delen van de Westbank. Het ligt natuurlijk niet alleen aan de Palestijnen, maar het is zeker een factor van betekenis, samen met de negatieve houding van de VN, de zeer kritische houding van de EU en het gevoel in het buitenland niet begrepen te worden. Wanneer eisen aan Israël (zoals stoppen met bouwen in de nederzettingen) gepaard waren gegaan met even duidelijke eisen aan de Palestijnen (stoppen met de opruiing, opgeven van het ‘recht op terugkeer’) was er wellicht welwillender op gereageerd. Maar de eisen waren doorgaans eenzijdig, net als de kritiek. En nu dreigt het in Israël inderdaad de verkeerde kant op te gaan en is het debat in Nederland (en veel andere landen) gepolariseerd en wordt er niet meer naar elkaar geluisterd.

Ik ben blij dat u de tijd heeft genomen wel naar mij te luisteren en op mijn kritiek in te gaan. Ik blijf hopen dat de berichtgeving in de NRC evenwichtiger wordt, mogelijk met uw inzet? Zoals wel vaker het geval is willen we uiteindelijk denk ik hetzelfde, maar verschillen we in onze visie op de weg ernaartoe. En de rol van uw krant.

Ratna Pelle


Eerdere correspondentie:

  1. Brief aan NRC over berichtgeving Israël
  2. Antwoord van NRC ombudsman Sjoerd de Jong
  3. Vervolgbrief aan NRC Ombudsman over berichtgeving Israël
  4. Antwoord aan NRC ombudsman Sjoerd de Jong (2)
  5. Tweede antwoord van de NRC ombudsman
  6. Vierde brief aan NRC ombudsman over berichtgeving Israël

 

Vierde brief aan NRC ombudsman over berichtgeving Israël

 

 

Vierde brief aan NRC ombudsman over berichtgeving Israël

http://www.israel-palestina.info/actueel/2016/12/13/vierde-brief-aan-nrc-ombudsman-berichtgeving-israel/  

 

Beste Sjoerd de Jong,

Mijn dank voor uw (wederom) uitvoerige reactie op mijn vorig schrijven. Met enige vertraging ook weer een antwoord van mij. Ik denk overigens dat we nog lang door kunnen gaan, want in de tijd tussen onze brieven in hebben NRC redacteuren en correspondenten doorgaans weer het nodige over Israël geschreven, bijna altijd negatief en bijna altijd met een suggestieve ondertoon. Ik heb u daar meermaals voorbeelden van gegeven in de hoop dat u dit ook onderkent en in de hoop dat u dit bij de redactie aankaart, en in de hoop dat (ik weet het, ik ben misschien wat naïef, maar een mens moet de hoop niet verliezen) er daardoor iets verandert. Niet dat er geen negatief getinte artikelen meer over Israël mogen verschijnen, niet dat werkelijk verontrustende zaken geen aandacht meer mogen krijgen, niet dat rechtse politici niet meer rechts genoemd mogen worden. Wel dat er wat meer proportie, ofwel evenwicht is, tussen het belang van een zaak en de aandacht die de NRC eraan besteedt. Wel dat ook relevante context wordt gegeven. En ook negatieve zaken aan Palestijnse kant aandacht krijgen. Die hoeven overigens niet met een lantaarntje worden gezocht zoals u suggereert, maar liggen er open en bloot voor wie er aandacht voor heeft.

Donald Trump

Ik werd net als velen zeer onaangenaam verrast door de overwinning van Donald Trump. Veel vooral wat rechtsere Israëli’s tonen zich daarentegen verheugd en hopen dat hij Israël wat meer met rust zal laten na de vaak behoorlijk kritische houding van Obama. Of hij werkelijk goed zal zijn voor Israël is allerminst zeker, en hangt van veel meer factoren af dan zijn belofte (door meerdere presidenten voor hem gedaan) de ambassade naar Jeruzalem te verhuizen. De vraag is natuurlijk ook wat je precies verstaat onder ‘goed voor Israël’ zijn. Een president die zorgt voor stabiliteit en een actieve rol voor de VS ziet weggelegd op het wereldtoneel is wellicht beter dan iemand die vindt dat al dat buitenlandse gedoe maar klauwen met geld kost en het nationale belang voor alles gaat. En of iemand die de zeer omstreden Bannon tot persoonlijk adviseur benoemt en door de KKK en neo-nazi’s wordt aangeprezen nou zo goed zal zijn voor de enige Joodse staat, dat vraag ik me af.

Betwiste termen

U schrijft terecht dat ik de NRC een negatieve toonzetting verwijt en zegt vervolgens dat het lastig praten is over de toon, omdat die deels subjectief is: we horen in hetzelfde artikel soms een andere toon. De een vindt dat je geen ‘terrorist’ mag schrijven, de ander wil niet dat van ‘bezetting’ wordt gesproken. Vervolgens schrijft u:

Daar gaat een wereld van politieke en ideologische stellingname achter schuil, waar een krant die objectiviteit nastreeft niet mee vooruit kan. Die moet in de eerste plaats, met alle soms gebrekkige middelen die de journalistiek kent, beschrijven wat de aardse werkelijkheid is. In dit geval, nog helemaal los van de internationaal-juridische context: een gebied waar één partij aanwezig is met militaire overmacht en burgers van de andere partij systematisch onderwerpt aan bureaucratische en gewapende controle, dat is in normaal journalistiek taalgebruik niet ‘betwist’ gebied (dat suggereert tezeer een gelijkwaardigheid van strijdende partijen), maar ‘bezet’ gebied.

Ik vind dit een erg sterk aangezette beschrijving, zeker voor dat deel van de Westbank waar de Palestijnen autonomie hebben. Ik ben in verschillende Palestijnse steden geweest en heb daar geen Israëlische soldaten gezien; die komen daar bij hoge uitzondering wanneer de daders van een aanslag worden gezocht. Er zijn checkpoints en andere restricties, die afhankelijk van de veiligheidssituatie worden verscherpt dan wel versoepeld. Zelf stoort de term ‘bezetting’ me niet zo, behalve als het over Oost Jeruzalem gaat (met o.a. de Klaagmuur, Olijfberg en oude Joodse wijk).

Ik weet niet of ‘betwist’ een gelijkwaardigheid van partijen suggereert. Het suggereert vooral dat meerdere partijen een gebied claimen en neemt daar geen stelling over in. Internationaal is er een redelijke consensus over dat (het overgrote deel van) de Westbank de Palestijnen toebehoort, en alleen met hun toestemming enkele grenscorrecties mogelijk zouden zijn. In het woord ‘betwist’ komt dat niet terug. Beide termen dekken de lading dus niet helemaal. Misschien is het wel het meest correct om A gebied autonoom Palestijns te noemen, B gebied bezet en C gebied betwist. Maar dat is voor de krant en de lezers wellicht te ingewikkeld J.

Asymmetrie

U schrijft vervolgens dat u het met me eens bent dat de krant ‘met gevoel voor historische context en evenwicht’ over Israël en de Palestijnen moet schrijven, en weerspreekt dat zij daarin tekort schiet. U ontkent dat de NRC teveel nadruk legt op een machtiger en succesvolle Israëllobby en stelt dat er maar één artikel met die strekking in de krant heeft gestaan, vorig jaar over het CIDI. U verwijt mij dat ik te krampachtig naar evenwicht zoek:

Een dogmatisch streven naar ‘evenwicht’ kan ook verhullen dat het hier (en dan beperk ik me tot de Palestijnen) gaat om een asymmetrisch conflict. Tegenover de chaotische, en corrupte, Palestijnse Autoriteit op de West Bank, en het oproer aldaar van gewelddadige jongeren, staat een Israëlische politiële en militaire overmacht.

U noemt dit ook “false balance, of  he said, she said-journalistiek, waarin strijdende partijen plichtmatig beide aan het woord moeten worden gelaten, liefst met precies evenveel woorden, om maar vooral niet het verwijt te krijgen van partijdigheid.”

In de eerste plaats: een asymmetrisch conflict wil nog niet zeggen dat de bovenliggende partij de meeste kritiek verdient. We zijn gevoelsmatig vaak geneigd partij te kiezen voor wie we als zwakker zien en vinden een strijd eerlijker als beide partijen even sterk zijn. Maar achter de asymmetrie tussen Israël en de Palestijnen zit een ander wezenlijk verschil verborgen. Palestijnse strijdgroepen (niet het bestuur) willen zoveel mogelijk Israëlische burgers doden, terwijl het Israëlische leger vooral strijders of terroristen wil doden/uitschakelen en de eigen burgers beschermen. Als de Palestijnen de bovenliggende partij waren geweest, was Israël er al lang niet meer geweest, of nooit gekomen. Daarbij heeft Israël ook nog met een vaak vijandige Arabische wereld te maken, dus het heeft dit militaire overwicht ook nodig.

U spreekt van een ‘oproer van gewelddadige jongeren’ terwijl het om vele ervaren strijders gaat, die ook door de PA en Fatah worden gesteund of aan die laatste zijn gelieerd. De PA betaalt alle Palestijnse gevangenen in Israël een maandelijkse bijdrage, die hoger is naar gelang de gevangenisstraf langer en de aanslag erger.

Extremistische leuzen

Het gaat niet om het ‘plichtmatig’ aan het woord laten van de ander, het gaat om zeer relevante feiten die door de NRC stelselmatig worden genegeerd. U citeert Derk Walters waar hij zegt dat ,,Ik sta heus vooraan als er tienduizenden Arabieren, extremistische leuzen roepend, door een Joodse wijk lopen. Dat gebeurt alleen niet.’’ Hier doet hij zich naïever en dommer voor dan hij is. Natuurlijk kunnen die extremisten niet door een Joodse wijk lopen, goddank. Maar dat wil niet zeggen dat ze zich niet hoorbaar en kenbaar maken. De vele vreugdekreten en ‘verdiende straf’ (en ergere) reacties tijdens de recente branden in Israël zijn slechts een voorbeeld. De NRC wijdde er welgeteld twee regels aan, waarna direct de nadruk werd gelegd op de hulp die Israël ook uit Palestijnse hoek kreeg. Dat laatste is op zichzelf prachtig, maar wat opvalt is hoe extremisme van Palestijnse/Arabische zijde direct wordt gerelativeerd terwijl dat andersom nooit gebeurt. Immers, toen Turgeman in Jeruzalem zo tekeer ging tegen Arabieren werd de reactie van de burgemeester er niet bij vermeld.

Er zijn meer voorbeelden van extremistische leuzen van Palestijnse kant, daar hoef je op zich ook helemaal niet lang naar te zoeken. Als Derk Walters af en toe naar door Fatah en Hamas gecontroleerde tv programma’s kijkt, of kranten leest, of naar preken luistert, zou hij er wekelijks vele moeten tegenkomen. Ook op de Facebookpagina’s van Fatah en PA leiders wordt geregeld geweld tegen Israëli’s verheerlijkt of zelfs ertoe opgeroepen. Dat niet iedere uitspraak of ieder fout kinderlied of iedere vernoeming van een school naar een terrorist wordt vermeld kan ik begrijpen. Het lijkt er echter op dat de NRC dit onderwerp nagenoeg doodzwijgt omdat het niet past in de visie van de NRC op het conflict. Daarin is Israël als machtigste partij ook vooral de partij die kritisch moet worden gevolgd en bejegend, en zijn Palestijnse misstanden en extremisme niet interessant.

Ik geef hier toch even een paar voorbeelden, want zelf schrik ik iedere keer opnieuw van de bloeddorst die uit veel van die uitingen spreekt. Een lied met de volgende teksten werd onlangs een aantal keer uitgezonden op de officiële PA tv tijdens de zevende Fatah conferentie die eind november plaatsvond:

“Slice open the enemy’s chest, slice it” “Shoot the Dashka (machine gun) and the cannon” “The Fatah man… fires the mortar and the machine gun” “Strike, mortar, strike!”

Ook worden de terroristen die in 1972 de Israëlische Olympische ploeg in München doodden, nog steeds als helden geëerd door Abbas’ Fatah partij. In september meldde de Facebookpagina van Fatah het volgende:

“The 44th anniversary, Sept. 5-6, 1972, the anniversary of carrying out of the heroic Munich operation that was carried out by fighters of the PLO Black September organization. The Munich operation is still remembered and is recorded in history, and it demonstrates the meaning of the courage and power of the Palestinian resistance fighter and his self-sacrifice for the homeland and for the cause.”

Dit zijn geen incidenten. Tijdens de zogenaamde ‘messenintifada’ werden de aanslagen ook continu geprezen en mensen opgeroepen om meer aanslagen te plegen. Daarnaast zijn complottheorieën waarin Joden voor alle mogelijke ellende in de wereld verantwoordelijk zijn populair, wordt Hitler vaak bejubeld (een paar jaar geleden werd in de Gazastrook in winkel gesloten met de illustere naam ‘Hitler2’, waarvan etalagepoppen messen droegen met bloed erop) en de Holocaust ontkend of gebagatelliseerd, ook door de ‘gematigde’ Abbas.

Ik ben er niet op uit om de Palestijnen zwart te maken en daarmee Israëls wandaden te verdoezelen. Ik ben ook niet op zoek naar een argument waarom Israël geen concessies hoeft te doen en maar lekker door kan bouwen op de Westbank. Dit zijn dingen die je mijns inziens niet kunt negeren als je naar het conflict kijkt en erover bericht en het als serieuze krant probeert te duiden. Wanneer je vooraan staat om nare en opruiende uitspraken van Israëli’s op te schrijven, dan mag je ook wat meer moeite doen om de andere kant in beeld te brengen. Omdat mensen anders maar één helft van de foto zien, en op grond daarvan een vertekend beeld krijgen. Het klopt dat het gebrek aan balans bij de NRC een rode draad in mijn kritiek is, en ik zie van uw kant geen duidelijke weerlegging hiervan.

Israëllobby

U schrijft dat de NRC maar één artikel aan de Israëllobby heeft gewijd en mijn verwijt dus onterecht is. Op dat artikel had u nota bene zelf (milde) kritiek geuit in uw zaterdagse column, en daar was ik erg blij mee. Het idee van een machtige lobby, van teveel invloed vanuit die lobby, de ambassade, of anderen die Israël een warm hart toedragen, klinkt door in diverse artikelen in de krant; soms expliciet, soms impliciet. Hieronder een paar recente artikelen waarin ik dat terugzag:

PLO boos over bezoek SGP’er Van der Staaij aan nederzettingen‘ (bijvoorbeeld de zin: “Het is herfstreces in de Tweede Kamer, en dus vliegen Nederlandse politici af en aan op luchthaven Ben-Gurion van Tel Aviv.”) Zie ook deze bespreking van dit artikel. Het ging om welgeteld twee delegaties (waarvan eentje internationaal), en inderdaad was een reis door het CIDI georganiseerd. ‘Moeten ze vooral doen’ schrijft u in reactie op mijn kritiek, en vervolgt:

Feit is, dat het CIDI , onder meer, al jaren persreizen organiseert naar Israël, waaraan inmiddels vele tientallen Nederlandse journalisten en publicisten hebben deelgenomen. Iets vergelijkbaars kan van Dries van Agt of het Palestina Comité, denk ik, niet worden gezegd.

Feit is dat pro-Palestijnse organisaties als Sabeel Nederland en UCP ook regelmatig zulke reizen organiseren. Hier nog een paar voorbeelden van pro-Palestijnse reizen. Hier een verslag van een reis van het pro-Palestijnse Gate48 waar twee jonge politici aan meededen en die hun meer oog voor de Palestijnse kant bezorgde. Er is ongetwijfeld nog meer te vinden. Het gaat hier voor de duidelijkheid merendeels om reizen die zijn bedoeld voor mensen die zich met het conflict bezig houden en worden voorgelicht door organisaties die, net als het CIDI, een bepaalde visie hebben op het conflict en als doel hebben om die te verspreiden. Het zijn dus in feite lobbyclubs maar evenmin als het radicale Al Haq waar ik me in mijn vorige brief over opwond worden zij als zodanig gezien en omschreven. Pro-Palestijnse organisaties zijn ‘mensenrechtenorganisaties’, humanitaire organisaties, vredesorganisaties etc. maar nooit lobbyclubs, ondanks een vaak identieke werkwijze als andere lobbyclubs. Ze proberen hun visie op het conflict en de gewenste oplossing voor het voetlicht te krijgen, organiseren daartoe evenementen, onderhouden kontakten met politici, media en kerken, zetten soms petities op of voeren actie.

Ook het CIDI is voor vrede en een in hun ogen rechtvaardige oplossing van het conflict. De huidige directeur is bijzonder gematigd en mild richting de Palestijnen. Ik zou geen enkele pro-Palestijnse organisatie weten die zo genuanceerd naar het conflict kijkt, maar toch geldt het CIDI als invloedrijke lobby terwijl organisaties aan Palestijnse kant (EAJG, Palestine Link, het Palestina Komitee, maar ook UCP, ICCO en Oxfam-Novib) zelden zo worden omschreven.

In het volgende deel meer voorbeelden van de NRC berichtgeving over een (vermeende) Israëllobby.

Ratna Pelle