maandag 11 april 2016

Het Oekraïne-verdrag en de Joden (IMO)

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2016/04/10/oekraine-verdrag-en-joden/

 

= IMO Blog = 

Het Oekraïne verdrag had als prettige bijkomstigheid dat je je ook eens in een ander onderwerp gaat verdiepen. In de discussies die ik er o.a. op Facebook over voerde, kwam ik als argument tegen het verdrag tegen dat Oekraïne zeer antisemitisch is, en dat men nooit afstand heeft genomen van het verleden en de collaboratie met de nazi’s. Wikipedia schrijft dat de Oekraïense nationalisten actief deel namen aan de Jodenvervolging en er relatief veel Oekraïners werden ingezet als ‘Hiwi’ (Hilfswilliger) bij de Wehrmacht of als bewaker in een concentratie- of vernietigingskamp bij een van de SS-Totenkopfverbände. Er diende zelfs een compagnie Oekraïners in het SS-Wachbataillon ‘Nordwest’ in Nederland. Nationalisme, onderdrukking door de Sovjetregering, antisemitisme en de kans om te ontsnappen aan de slechte levensomstandigheden waren volgens Wikipedia de belangrijkste motieven om met de Duitsers te collaboreren.

Berucht is ook ‘Babi Yar‘, de massaslachting van meer dan 30.000 Joden in twee dagen, die alleen kon plaatsvinden door de hulp van de lokale politie en andere antisemieten. Ik citeer Ami Isseroff:

Babi Yar is a ravine near Kiev, capital of the Ukraine, which was part of the former USSR. On September 29-30, 1941, over 33,000 Jews were murdered there by SS Einzatsgruppe C, German Schutzpolizei and members of the Ukrainian police. Subsequently, more Jews, Roma, mental patients, Ukrainian nationalists,  and Russian soldiers were murdered there. Perhaps 100,000 to 200,000 were killed in all.

(…) Therefore, the murder at Babi Yar was in no way a spontaneous response to partisan attacks and should not be understood as such. It was strikingly similar to massacres that had occurred elsewhere in the Ukraine and the Baltic. The uniqueness of Babi Yar lies only in the exceptional number of people murdered in a brief time — it was the largest single massacre of its kind — and in the unwillingness of the Soviet government to admit that Jews or other special groups had been targeted, or even to admit that the massacre had taken place for such a long time.

Oekraïners stonden bekend als bijzonder wrede kampbewakers. De eerlijkheid gebiedt te melden dat ook in andere Oost Europese landen, waarvan sommigen nu lid van de EU, de nazi’s veel steun ondervonden van lokale politie of gezagdragers, en in veel landen gaat de erkenning daarvan en de verwerking van het verleden moeizaam. We hebben associatieverdragen met verschillende landen die zo hun zwarte bladzijden hadden en daar niet altijd even open en eerlijk over zijn (Chili, Turkije, Servië, en ook een aantal Arabische landen rond de Middellandse Zee). Toch was ik geschokt toen ik las dat er nu nog straten naar de collaborateurs van toen zijn vernoemd (zoals oud nationalist en nazi sympathisant Bandera) en sommigen hen nog steeds als held zien. Ook zitten er neonazi’s in het huidige parlement, al gaat het maar om 10 van de 450 afgevaardigden. NRC schrijft daarover in een zeer informatief stuk:

Bij de parlementsverkiezingen in oktober 2014 kreeg de rechts nationalistische Vrijheidspartij (Svoboda) 4,7 procent van de stemmen en de radicale Rechtse Sector (Pravi Sektor) 1,8 procent. Ze bleven daarmee onder de kiesdrempel van 5 procent steken, maar kwamen via de districten, waar de andere helft van de parlementszetels wordt verkozen, toch met een tiental afgevaardigden in de volksvertegenwoordiging van 450 leden.

Ook in bijvoorbeeld Griekenland zitten er neonazi’s in het parlement, en er zijn meer EU landen met erg dubieuze partijen in het parlement. Het openlijk eren van nazi-helden is natuurlijk een ander verhaal. Ik vond op het weblog van journalist en slavist Laura Starink (ik herinner me haar nog van het NOS journaal ten tijde van de Perestrojka en Gorbatsjov) interessante info over Stepan Bandera, n.a.v. een boek dat over hem is verschenen. Hij vocht voor de oorlog tegen Polen, waar West-Oekraïne toen deel van uitmaakte, en pleegde o.a. een aanslag op de Poolse minister van Binnenlandse Zaken in 1934. Daarop werd hij gevangen gezet en ontsnapte toen de Duitsers Polen binnen vielen, waarop hij zijn loyaliteit aan Hitler verklaarde. Starink vervolgt:

De OOeN (Organisatie van Oekraïense Nationalisten) sprak zich openlijk uit voor etnische zuivering van Oekraïne. Op 30 juni 1941 riep de OOeN in Lviv de onafhankelijkheid van Oekraïne uit, maar dat strookte niet met Hitlers plannen: Bandera werd weer opgepakt en zat onder meer in concentratiekamp Sachsenhausen. Bandera kwam pas in 1945 vrij, maar had ook in gevangenschap grote invloed op de Oekraïense nationalisten, die de Duitse bezetter hielpen om Oekraïne te zuiveren van Joden en Polen. Zo deden OOeN-leden mee aan een aantal gruwelijke pogroms in juli 1941 in Lviv. In 1943 werd de OePA opgericht (het Oekraïense Opstandelingenleger), dat enkele duizenden Joden en bijna 100.000 Polen vermoordde.

(…) Toen de Oekraïense fascisten door kregen dat Duitsland de oorlog zou verliezen, distantieerden ze zich van de nazi’s. Oekraïense historici in de diaspora herschreven na de oorlog de geschiedenis van de nationalisten: de OePA was een verzetsleger tegen nazi’s én communisten geweest en de moordpartijen onder Polen en Joden werden verdonkeremaand.

Na de inlijving van West-Oekraïne bij de sovjet-republiek Oekraïne werd Moskou de grootste vijand van de OOeN. Toen Bandera in 1959 door de Russische geheime dienst in München werd vermoord, ontstond een postume cultus van de Leider, die tot op de dag van vandaag (vooral maar niet alleen in het westen van het land) bestaat.

Ze besluit met de constatering dat beide kampen (het nationalistisch-Oekraïense en het pro-Russische) selectief winkelen en zaken uit de geschiedenis verdonkeremanen:

Hij beschrijft hoe beide kampen de waarheid over de gruwelen van de 20ste eeuw naar hun hand zetten. Het Kremlin stelt Bandera nog steeds voor als de baarlijke duivel, maar verzwijgt de Stalin-terreur in Oekraïne. Maar ook veel Oekraïense historici lopen nog steeds met een grote boog om de feiten heen.

Mijn idee is dat de kans groter is dit te veranderen in nauwe samenwerking met de EU, alhoewel is gebleken dat samenwerking met, of zelfs onderdeel worden van, de EU niet automatisch leidt tot een andere omgang met de geschiedenis en overnemen van onze waarden. Daar moet vooral tijd overheen gaan, en een nieuwe generatie moet in vrijheid de waarheid mogen spreken, ook als die pijnlijk is en indruist tegen wat de ouderen altijd hebben geleerd.

Overigens is er in Spanje een felle discussie tussen voor- en tegenstanders van Franco, en ziet een aanzienlijk deel van de bevolking hem als held en niet als wrede dictator die vele tienduizenden liet executeren. Ook van hem waren er tot voor kort standbeelden en andere gedenktekens. Het is nooit serieus reden geweest een vertrek van Spanje uit de EU te bepleiten en de handelsverdragen ermee op te zeggen. De Europese geschiedenis zit vol met wreedheden, met dictators en met etnische zuiveringen. Het Europese project was juist begonnen vanuit het idee onder dit bloedige verleden een streep te zetten en door handel en samenwerking de kans op oorlog te minimaliseren. Dan is het een beetje vreemd om dit verleden aan te wenden om een verdrag dat in de eerste plaats de handel bevordert en daarnaast de politieke banden versterkt, af te wijzen.

Opvallend in deze discussie is de rol van de Joodse gemeenschap. Op een website van de Oekraïense gemeenschap in Nederland die campagne voerden voor een Nederlands ja, kwam ik de volgende verklaring tegen:

Samen met Oekraïners, Russen, Armeniërs, Krim-Tataren namen Joden twee jaar geleden deel aan de Euromaidan demonstraties in het hele land, om zo hun keuze voor Europa te verdedigen. Deze keuze is gebaseerd op de principes van democratie, tolerantie, gelijkheid voor de wet en het respecteren van de fundamentele rechten van de mens. Velen hebben voor deze keuze de hoogste prijs betaald en hebben dit met eigen leven moeten bekopen. Het eerste dodelijke slachtoffer op de kasseien van Maidan was de Armeen Sergei Nigojan, de tweede was Aleksandr Zjiznevski, een Wit-Rus. Onder de dodelijke slachtoffers waren ook Joden: Iosif Sjilling uit Drogobytsj, Oleksandr Sjtsjerbanjoek uit Tsjernovtsy en Evgeni Kotljar uit Charkov. Joden nemen ook vandaag de dag deel aan de verdediging en het bouwen van een nieuw Europees Oekraïne. (…)

Joden hebben eeuwenlang in Oekraïne geleefd, en de relatie met onze buren waren niet altijd goed: we kunnen veel vertellen over discriminatie, onderdrukking en vervolging. De ratificatie van het Associatieverdrag tussen Oekraïne en de EU trekt een symbolische streep onder dat verleden.

Wij vragen u om 6 april naar het referendum te gaan en voor de Associatie van de EU met Oekraïne te stemmen. Alstublieft, geef een kans aan onze jonge democratie, welke tegen een hoge prijs is bereikt, een kans op vrede, stabiliteit en welvaart in ons gezamenlijke Europees huis.

Daaronder staat een hele rits aan namen van voorzitters, presidenten en directeuren van Joodse organisaties in Oekraïne, en een enkele rabbijn. Na het uiteenvallen van de Sovjetunie zijn meer dan 260 duizend Joden uit Oekraïne naar Israel geëmigreerd. Hoeveel Joden er nu nog wonen is niet duidelijk (voor 2014 wordt een aantal van 67.000 genoemd maar ook 360.00-400.000). Zij die zijn gebleven willen de blik op de toekomst richten.

Juist gediscrimineerde groepen als de Joden en de LGBT gemeenschap pleiten voor het associatieverdrag met Europa. Deze mensen tillen zeker niet minder zwaar aan de fascisten in de regering of aan het zeer bloedige verleden; zij trekken er alleen andere conclusies uit. Ze kijken vooruit, en hopen juist via de EU de kans op vrede en stabiliteit te vergroten. Ik hoop dat ze zich niet al te zeer laten ontmoedigen door het Nederlandse nee.

Ratna Pelle

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten